We streven dikwijls stapje voor stapje – in een geordend, lineair proces – onze transitieopgave aan te vliegen. Echter, de praktijk werkt niet zo. Allerminst. start met 8 onderscheidt dan ook vijf iteratieve fases in een transitie. Soms weer bewust of onbewust een stap achteruit om vooruit te komen. De ene keer wat sneller of langzamer, wat gestructureerder of chaotischer, wat harmonieuzer of explosiever dan de andere keer. Soms een stapje overslaan. Of overlap. Met het besef dat een transitie tijd nodig heeft en dat iedere fase iets anders nodig heeft (ook kijkende naar jouw kerngroep). Met dit inzicht komt rust en slagkracht.
De vijf transitiefases:
- Voorbereiden: In deze fase is er erkenning van een urgentie door in verbinding te staan met de omgeving, te luisteren en te observeren. Er ontstaat een verlangen, een kiem, een vuurtje wordt aangewakkerd. Er tekenen dromen, vergezichten en globale ideeën af. Je deelt deze ook met iemand die dichtbij je staat, een vertrouwenspersoon. En onderzoekt of er een gedeelde drive is om samen op reis te gaan. Want zonder reisgezel, is dit avontuur toch wel heel spannend. En bedenkt, wat er nodig is voor jou als individu om deze reis te gaan maken. Moeten er bepaalde deuren gesloten worden om nieuwe te openen? En hoe ga jij goed bepakt op reis?
- Vertrekken: In deze fase ga je ook echt werk maken van jouw droom. Je gaat een en ander handen en voeten geven, concretiseren. Samen met jouw tribe. Je betrekt daarvoor gelijkgestemden. Je bouwt aan een basiskamp waar je ten alle tijden op terug kunt vallen. Een stevige bedding. Je vertaalt als kerngroep de stip op de horizon in een gedragen ambitie en concreet maar wendbaar plan van aanpak en besluit wie daarin welke rol gaat innemen. Met elkaar stapje voor stapje ontwikkelen. Een en ander is onzeker, maar dat wel in een veilige context.
- Vastpakken: In deze fase is het hoog tijd om een en ander tastbaar te maken. Samen met doeners. Het hier en nu te omarmen, de praktijk op te gaan. Een en ander is in eerste instantie nog kleinschalig en er is ruimte voor experiment. Maar oh wat wordt er veel geleerd van het echt doen (om herhaaldelijk door te ontwikkelen naar een werkend ontwerp en business model). Je krijgt er enorm veel energie van, ook al brengt het weer hele nieuwe uitdagingen met zich mee. De opgave staat in bloei.
- Verbinden: In deze fase heb je een overtuigend verhaal (met bewijslast) en heldere contouren op zak en besef je je dat jouw kerngroep te klein is om jouw opgave te realiseren. Er is groei nodig, een werkend ecosysteem, een grotere beweging, ketensamenwerking gebaseerd op vertrouwen. En dit vergt de nodige tijd. Doorleven van een en ander. Je hebt (snelle) volgers en andersdenkenden nodig om jouw droom gemeengoed te laten worden. Mensen van zowel de systeem-, kennis- en leefwereld als de markt. En dat is niet altijd makkelijk, dat schuurt soms. Maar wanneer iets botst, ontstaat er iets nieuws.
- Verankeren: In deze fase kun je eindelijk gaan zaaien. Je werkt toe naar de laatste stappen in de transitie, ook al is die waarschijnlijk nooit definitief af want er volgt altijd wel weer een nieuwe opgave. Een en ander is klaar voor opschaling. Wordt jouw droom nu toch echt ’t nieuwe normaal en is deze geborgd voor de lange termijn? Vindt er daadwerkelijk kanteling plaats voor systeemverandering? Je bent er dichterbij dan ooit, maar vraagt je tegelijkertijd af of je als pionier wel geschikt bent voor deze fase.
Als jij kijkt naar bovenstaande transitiefases, in welke fase zie jij de meeste herkenning voor jouw transitieopgave? Is dat voorbereiden, vertrekken, vastpakken, verbinden of verankeren? En wat is specifiek nodig van jou en anderen in deze fase?